Innerlijk
kind werk

Alles wat je ooit geweest bent maakt nu nog deel van je uit. Dit betekent dat je de ervaringen die je in je leven hebt gehad nog steeds in je draagt. Uit sommige ervaringen zijn denkbeelden en overtuigingen voortgekomen. Aan de ene kant ken je speelsheid, onbevangenheid, verwondering, nieuwsgierigheid en enthousiasme. Aan de andere kant ervaar je ook de minder leuke kanten, waarbij je kunt denken aan verdriet, gevoelens van onzekerheid, eenzaamheid, angsten, boosheid in jezelf.

Het ontstaan van deze minder leuke kanten komt door traumatische situaties die in de kindertijd hebben plaatsgevonden. Hier vallen ook de situaties onder waarvan de oorzaak, als we er met volwassen ogen naar kijken, niet direct heel traumatisch lijken te zijn, maar die toch impact hebben gehad op jou als kind.

Wanneer een situatie door jou als kind als traumatisch wordt ervaren, bevriest het kind als het ware in het betreffende moment, met als gevolg dat dit deel van jou niet verder mee is opgegroeid. Het effect hiervan is dat je in je huidige volwassenheid in een soortgelijke situatie weer terugvalt in de emotie van dat niet opgegroeide kindsdeel en dat je van daaruit reageert. Dit zie je vaak terug in relaties met je ouders of je liefdesrelatie.

 Dit worden ook wel innerlijke kinddelen genoemd.

 Als je als kind bijvoorbeeld vaak genoeg hoort dat je iets niet kunt, dat je dom bent, slecht ben, een lelijkerd, ga je dat op een gegeven moment geloven en er “ik” tegen zeggen.

 Je kent ze vast wel, de momenten van “Ik ben niet goed genoeg.” Of het steeds weerterugkerende gevoel dat je schuldig bent en je dient te schamen. Of de dieper verstopte gevoelens van onrechtvaardigheid en angst. Oude patronen en (onbewuste) overtuigingen uit je jeugd kunnen je belemmeren om een vervuld en plezierig leven te leiden.

Het kan voorkomen dat je niet begrijpt waarom je op bepaalde situaties zo heftig reageert,

want je bent de situatie als kind allang vergeten. Je reageert echter nog wel vanuit het kind. Dit zie je ook vaak terug in liefdesrelaties en bindings- en/of verlatingsangst.

Met regressietherapie ga je eerst ontdekken wat de overtuiging is waar je het meeste last van hebt, dit begint meestal met een zin als; ‘Ik ben altijd bang dat…’ of ‘Ik moet altijd…’, zodat je in contact kan komen met het innerlijk kind deel dat hier het meeste last van heeft.

Wanneer er onder lichte trance contact is gemaakt met het kind, en het kind heeft voldoende vertrouwen in de volwassen, gaan ze samen in regressie terug naar het moment waar deze overtuging is ontstaan. Overtuigingen kunnen al bij de conceptie van je ouders, tijdens baarmoedertijd of bij de geboorte ontstaan. 

Jij als volwassenen en het kind gaan naar de situatie terug waar deze overtuiging is ontstaan. , om inzichten te krijgen, los te laten op mentaal, fysiek en emotioneel vlak en eventueel energie uit te wisselen met bijv. de ouder. Hierdoor verandert de uitkomst. Het kind geeft terug wat het heeft overgenomen en ontvangt wat er in het kind verloren is gegaan.

Door met regressietherapie in contact te komen met deze innerlijke kinddelen, kan je heling brengen en de vastgezette energie losmaken. Het gevolg is dat dit deel alsnog mee kan groeien naar de huidige volwassenheid, mits jij er voor het innerlijk kind bent. De volwassenen mag voor het kind gaan zorgen. Er wordt daarom ook een afspraak met het kind gemaakt, dat je kan meenemen in de integratie in jouw dagelijkse leven. Dan keert de speelsheid, onbevangenheid, verwondering, enthousiasme en het (zelf)vertrouwen als vanzelf weer terug. Je hebt er dan weer beschikking over.

 Het verleden is onomkeerbaar, wat gebeurd is, is gebeurd. Wel kun je zelf bepalen in

hoeverre je jouw huidige leven nog laat beïnvloeden door de ervaringen uit je kindertijd.

Door (alsnog) inzicht te krijgen en daarvan te leren, kunnen we onze gevoelens ten opzichte van het verleden veranderen en het leerproces meepakken. Zo nemen we ons leven weer in eigen hand, in plaats van te wachten totdat anderen onze behoeften vervullen.